Hoe bouwen werknemers pensioen op?
Dit gebeurt op drie (mogelijke) manieren:
- Om te beginnen bouwen werknemers pensioen op via de AOW-uitkering. Iedereen die minimaal 50 jaar in Nederland woont of werkt, heeft recht op de volledige AOW-uitkering. Dit is de basisvoorziening.
- Bovenop de AOW-uitkering kan een werknemer aanvullend pensioen opbouwen. Dit doen ze via jou als werkgever. De meeste werkgevers in Nederland hebben hiervoor een pensioenregeling. Het grootste deel van Nederland (ongeveer 80%) heeft een pensioenregeling bij een (verplicht gesteld) pensioenfonds. De overige werkgevers hebben een regeling via een verzekeraar of andere pensioenuitvoerder.
- Als laatste kunnen werknemers pensioen opbouwen door zelf te sparen.
De wijzigingen in het pensioenstelsel gaan vooral over het deel van het totale pensioen dat de werknemer opbouwt via jou als werkgever (punt 2).
Waarom verandert het pensioenstelsel?
Het huidige systeem sluit niet meer voldoende aan bij de veranderende arbeidsmarkt en de wensen van medewerkers. Daarnaast hebben de complexe wettelijke rekenregels, de lage rente en tegenvallende beleggingsresultaten er in de laatste jaren voor gezorgd dat er bij pensioenfondsen weinig of geen ruimte was voor indexatie van de pensioenen. Dat wil zeggen dat de pensioenen niet of bijna niet werden verhoogd. De insteek van de nieuwe Wet is om het systeem te moderniseren en ervoor te zorgen dat iedereen een eerlijke kans krijgt op een goed pensioen.
Valt je onderneming onder een verplicht gesteld pensioenfonds, dan bouwen je werknemers meestal een ‘gegarandeerd pensioen’ op, op basis van een middelloonregeling. Dit betekent dat er een vast percentage van het inkomen gereserveerd wordt voor het pensioen. Werknemers ontvangen pensioen vanaf het moment dat ze de pensioengerechtigde leeftijd bereiken tot aan hun overlijden. Maar omdat we allemaal steeds ouder worden, maken mensen langer gebruik van hun pensioeninkomen. Hierdoor zijn de lasten de laatste jaren enorm gestegen en is ons ‘gegarandeerde systeem’ niet langer betaalbaar.
Werkgevers die niet vallen onder een verplicht gesteld pensioenfonds, bieden vaak een pensioenregeling aan op basis van een beschikbare premie die wordt belegd. Deze beschikbare premie is meestal gebaseerd op een naar leeftijd stijgend staffelpercentage.
Wat gaat er veranderen?
Gegarandeerde pensioenen, zoals hierboven toegelicht, verdwijnen. In plaats daarvan wordt het pensioengeld belegd. De resultaten van deze beleggingen bepalen de hoogte van het uiteindelijke pensioeninkomen. Dit is dus veel onzekerder dan bij een gegarandeerd pensioen. Bij positieve beleggingsresultaten valt het pensioen hoger uit, bij tegenvallende resultaten wordt het pensioeninkomen lager.
Daarnaast stijgt de premie die wordt ingelegd in het nieuwe systeem niet langer mee met de leeftijd van de werknemer. Iedereen, jong en oud, legt hetzelfde premiepercentage in.
In onderstaande afbeelding zie je de huidige opbouw en toekomstige opbouw van pensioen. In de verticale as zie je het opbouwpercentage, en horizontaal de leeftijd.